Met klimaatbeleid duurzaam groeien en geld verdienen
Door Willem Vermeend en Rick van der Ploeg
Economen Willem Vermeend en Rick van der Ploeg voorspellen dat we de komende jaren de opmars zullen zien van groene bedrijfsinvesteringen, groene beleggingen en groene economische groei. Deze opmars van duurzaamheid wordt wereldwijd sterk bevorderd door beleggers, financiële instellingen en investeerders die menen dat de wereld afscheid moet nemen van fossiele brandstoffen, omdat deze energiebronnen verantwoordelijk worden gehouden voor klimaatverandering.
Bedrijfsleven loopt voorop
De algemene verwachting is dat de wereldklimaattop in Parijs (30 november tot en met 11 december 2015) wereldwijd tot extra maatregelen zal leiden om de uitstoot van broeikasgassen, vooral CO2, terug te dringen. Het gaat daarbij vooral om maatregelen op het terrein van energiebesparing en hernieuwbare energie, zoals zon en wind. Het is de bedoeling dat daarmee de opwarming van de aarde deze eeuw onder de ’veilige’ grens van 2 graden Celsius blijft.
Doordat de gevolgen van de temperatuurstijging overal zichtbaar zijn in de vorm van extreme weersveranderingen, luchtverontreiniging, overstromingen, droogte en zeespiegelstijgingen, is het draagvlak in de samenleving voor het aanpakken van de klimaatverandering de laatste jaren sterk toegenomen. Zelfs tegenstanders van de opwarmingstheorie tonen begrip voor het feit dat gekozen wordt voor een aanpak waarbij het zekere voor het onzekere wordt genomen.
Vooruitlopend op de uitkomst van de klimaatconferentie, waaraan bijna tweehonderd landen deelnemen, zien we nu al de voorbode van spectaculaire ontwikkelingen die van grote invloed kunnen zijn op de economische groei, werkgelegenheid en businessmodellen van bedrijven.
Opvallend is dat niet de overheden, maar het internationale bedrijfsleven voorop loopt. Het begon met grote vermogensbeheerders en verzekeraars die van ondernemingen een duurzaam beleid eisen. Bedrijven moeten hun CO2-uitstoot verminderen en het gebruik van fossiele brandstoffen afbouwen. Verschillende financiële instellingen hebben al aangekondigd te stoppen met het financieren van nieuwe kolencentrales.
Steeds meer beleggers en investeerders spreken hun voorkeur uit voor groene projecten en duurzame bedrijven. Bekende voorbeelden zijn de Amerikaanse beleggingsreus Blackrock, met meer dan $4500 miljard de grootste vermogensbeheerder ter wereld, beleggingsinstelling Schroders in het Verenigd Koninkrijk en de Duitse verzekeraar Allianz.
In ons eigen land kondigde het ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, aan dat het zich terugtrekt uit bedrijven die qua duurzaamheid onvoldoende presteren en extra gaat investeren in duurzame bedrijven. En elf Nederlandse financiële instellingen maakten bekend dat ze gezamenlijk de klimaatimpact gaan meten van investeringen.
Een kwestie van geld
Hoe je ook over klimaatverandering denkt, voor beleggers, financiers, verzekeraars en investeerders geldt dat het klimaat ook een geldkwestie is geworden. Bij financieringen, beleggingen en verzekeringen moet je daarmee rekening houden. Deze ontwikkeling heeft ingrijpende gevolgen voor het bedrijfsbeleid en de businessmodellen van ondernemingen en draagt bij aan de aan de opmars van het groene denken.
Duurzaamheid wordt bij steeds meer bedrijven een onderdeel van het bedrijfsbeleid en zal de norm worden. Ondernemingen hebben het economische belang van de overgang naar een duurzame bedrijfsvoering ontdekt en ook dat je daarmee geld kunt verdienen.
“Het is duurzaam groeien of niet groeien”
- Vermeend & Van der Ploeg
Een voorbeeld is het initiatief van Bill Gates (oprichter van Microsoft) die afgelopen maandag in Parijs de zogenoemde Breakthrough Energy Coalition lanceerde. Deze coalitie bestaat in hoofdzaak uit bekende miljardairs als Mark Zuckerberg (Facebook), Jeff Bezos (Amazon), Reid Hoffman (LinkedIn) en Jack Ma (Alibaba) die hun fortuin hebben verdiend met internet. Met hun miljardenfonds richten ze zich op nieuwe technologieën en duurzame energie, waarmee ze een groene revolutie willen bewerkstelligen waarmee de aarde gered kan worden.
Dat ze met deze redding ook geld hopen te verdienen, verbloemen ze niet. Ook verschillende landen, zoals Duitsland, Frankrijk en Denemarken hebben nu al aangekondigd dat ze extra gaan investeren in onderzoek en ontwikkeling van hernieuwbare energie. Daarnaast zullen we de komende jaren in veel landen een opvallende koerswijziging zien. Regeringen kiezen voor een economisch beleid dat gericht is op een groenere groei.
De honderden miljarden aan investeringen die overheden en bedrijven de komende jaren in klimaatbeleid gaan investeren, stimuleren de mondiale groei en de economieen van landen die daarop inspelen. De ouderwetse opvatting dat klimaat-maatregelen automatisch tot een lagere groei leiden, gaat de prullenbak in. Kiezen voor groen is onvermijdelijk. Het is duurzaam groeien of niet groeien.
Groene groei in Nederland
Ook Nederland, dat al jaren lang behoort tot de Europese landen met het slechtste klimaatbeleid, zal die keuze moeten maken. Politiek Den Haag kan zich niet meer beroepen op het Energieakkoord, dat een janboel is van verkeerde compromissen en waarmee Nederland zelfs de afgesproken klimaatdoelstellingen niet gaat halen.
Als klein land moeten we ons volop richten op investeringen in onderzoek en ontwikkelingen op het terrein van duurzame energie en energiebesparing. Nieuwe technologie die ook wordt ingezet bij het zogenoemde Smart Industry-beleid in Nederland speelt daarbij een belangrijke rol. Zo zou premier Rutte een poging moeten doen om ons land te koppelen aan het initiatief van Bill Gates. In dat kader kan ons land zich speciaal richten op het bevorderen van green tech start-ups en moeten binnen ons onderwijs les- en onderzoeksprogramma’s worden geïntroduceerd op het terrein van duurzaamheid.
Naast het sluiten van kolencentrales leveren investeringen in de verduurzaming van kantoren, winkels en woningen veel klimaatwinst op. De bebouwde omgeving is goed voor bijna 40% van de landelijke CO2-uitstoot. Met verduurzaming wordt deze uitstoot beperkt en geven we tegelijk de Nederlandse vastgoedwereld een impuls. Bovendien creëren we daarmee vele tienduizenden banen.
De beste methode om bedrijven te prikkelen tot energiebesparingen is, zoals we in een eerdere column hebben aangegeven, een belasting op CO2. Bedrijven moeten betalen voor hun uitstoot en zullen daardoor (investerings)maatregelen nemen om deze te verminderen. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen zou deze belasting wereldwijd moeten worden ingevoerd. Maar dat gaat nooit lukken. Wel zouden we in ons land een variant kunnen uitwerken waarbij de opbrengst van een dergelijke heffing volledig aan het bedrijfsleven wordt teruggeven in de vorm van een lagere vennootschapsbelasting en lagere werkgeverslasten. Goed voor het klimaat, groene groei en extra werkgelegenheid.